Hoek B
Je bent nu bij het laatste spijkertje (nr 10 in de tekening) aanbeland. De laatste steek door randlus 9 is gemaakt, en nu moet er nog 1 vaste worden gemaakt, als je wilt dat je 10 steken op deze kant krijgt. En dat is precies wat we willen!
Op deze foto kan je zien dat er op mijn weefraam 23 steken zijn gemaakt. Heb je een weefraam met 10 spijkertjes, dan zou je hier 9 steken zien. Je telt de steken door het aantal V-vormpjes te tellen. Op deze foto is de eerste steek van deze rand met een roze steekmarkeerder gemarkeerd.
Omdat je in hoek B geen lusje hebt om omheen te haken, maak je daar een tijdelijk lusje door het uiteinde van het garen van het weefsel een stukje naar binnen in het weefsel te werken, om het spijkertje heen. Het maakt daarbij helemaal niet uit hoe je dat doet, want dit ga je later bij het afwerken er toch weer uithalen, het gaat er puur om dat je een lusje creëert waar je omheen kunt haken!
Maak nu een vaste in hoek B:
Dit is de eerste vaste in hoek B, en tegelijkertijd de laatste steek van deze kant.
Maak nu de tweede vaste in hoek B:
Markeer de eerste steek van deze kant ook weer met een steekmarkeerder. Dat is het V-vormpje dat het laatst is gemaakt en dat vlak voor de lus op je naald zit.
Maak nu weer steken in elk volgend randlusje tot je vlak voor hoek C bent.
Ga naar de volgende pagina voor uitleg hoe je met de hoeken C en D om moet gaan.