Regulier filet haakwerk wordt over het algemeen gedaan met hokjes die gemaakt worden met 2 lossen en een stokje. Dit is een tutorial die gaat over filet haakwerk met grotere mazen, door 3 lossen en een dubbel(!) stokje te haken. Het is natuurlijk niet zoveel anders dan regulier filet haakwerk, maar ik laat ook even zien hoe je mindert. En het zijn vooral de schuine minderingen die hier aandacht krijgen, omdat ik die zelf op internet absoluut niet kon vinden. Het zal best wel ergens staan hoor, maar ik kon het met geen mogelijkheid ontdekken. Dus heb ik zelf maar het een en ander uitgeprobeerd en hier voor jullie vastgelegd. Ik heb ook weer bijbehorende video’s gemaakt, en die vind je onderaan de pagina.

De haaknaald

Meestal gebruik je voor het opzetten van haakwerk een dikkere haaknaald dan waar je de rest van je werk mee gaat haken. Voor dit haakwerk is dat eigenlijk niet nodig, vooral niet als je lossen gebruikt voor het opzetten. Tegenwoordig zie je ook andere opzetmethoden, vandaar. Je hebt vaak een dikkere haaknaald nodig, omdat de steken die je in de opzetlossen haakt dikker zijn dan een losse. En dan komt het krap te zitten als je er een heleboel naast elkaar hebt. Dit is filet haakwerk met open hokjes, dus de steken in de toer erboven hebben daar geen last van.

Natuurlijk geldt altijd: test het zelf uit op een klein lapje! Het kan zijn dat jouw hand van werken het nou net wel nodig hebt, of dat je een opzetmethode gebruikt waar het echt wel nodig voor is. Dus altijd even controleren!

De gebruikte symbolen in de patroontekeningen

Losse
Losse
Halve vaste
Halve vaste
Dubbel stokje
Dubbel stokje
2 Dubbele stokjes samenhaken
2 Dubbele stokjes samenhaken
Dubbel stokje en driedubbel stokje samenhaken
Dubbel stokje en driedubbel stokje samenhaken

 


De basis

De basis
De basis

Klik op het plaatje om hem groot te zien en te downloaden!

De opzet

Het patroon is een herhaling van 4 steken: 3 lossen en een dubbel stokje. Voor de opzet maak je een rij lossen, of je gebruikt een andere manier van opzetten. Voor de berekening van het aantal steken dat je nodig hebt gebruik je de volgende formule:  #hokjes * 4. In het voorbeeld heb je 6 hokjes, dus heb je 6 * 4 = 24 steken. Nee, ik vergeet niets, dat komt zo, ik hanteer een andere aanpak die ik handiger vind dan wat je in de meeste patronen ziet 🙂 . Maar let wel op: als jouw opzetmethode anders is, en je je eerste dubbele stokje moet maken in de laatste steek van de opzetttoer, dan moet je 1 steek extra maken! 

Een trucje: straks in toer 1 moet je de plek vinden waar je je eerste dubbele stokje in gaat haken. Dat kan je natuurlijk gewoon tellen, zoals de meesten van ons doen. Maar als je dat nou een beetje lastig vindt, of je je daar niet zeker over voelt, of je vindt dit gewoon handig 🙂 , steek dan alvast een markeerder in de steek waar hij moet komen voordat je verder gaat! Ik doe dat ook in de video voor. Het is 3 steken voor het eind van je lossen opzettoer. In dit geval is het in steek 21. 

De eerste toer 

plek voor 1e dubbele stokje
plek voor 1e dubbele stokje
Komt goed uit
Komt goed uit

In de patroontekening heb ik 4 keerlossen gebruikt voor het eerste dubbele stokje van een toer. Het kan zijn dat je liever een andere methode gebruikt voor een eerste dubbele stokje van een toer. Vervang de eerste 4 keerlossen dan door jouw manier. Haak daarna nog 3 lossen om de bovenkant van het hokje te maken. Dus dat zijn er dan 7 in totaal als je ook de 4 keerlossen maakt. Je maakt nu een dubbel stokje in de steek die je met een steekmarkeerder hebt gemarkeerd, of de 11e steek vanaf je haaknaald als je liever telt. Daarna haak je iedere keer 3 lossen, je slaat 3 steken van de opzet over en haakt een dubbel stokje in de 4e steek. Als je dit correct hebt gedaan, dan kom je bij het maken van je laatste dubbele stokje precies uit bij de laatste steek van je opzettoer.

De volgende toeren

Je draait je werk om (wees consequent in welke manier waarop je dat doet, of altijd linksom, of altijd rechtsom), je haakt wederom 7 lossen (of je eigen manier van een dubbel stokje met daarna 3 lossen), en je maakt een dubbel stokje in het eerstvolgende dubbele stokje van de vorige toer. Herhaal het maken van 3 lossen en een dubbel stokje in het eerstvolgende dubbele stokje van de vorige toer tot het eind van de toer.

Plek om in te steken
Plek om in te steken

Kijk goed waar je moet insteken bij het laatste dubbele stokje. Als je keerlossen hebt gemaakt, dan moet je 3 steken overslaan, en in de 4e losse insteken. Neem daarbij niet alleen de bovenste lus van de losse op, maar ook ‘het bobbeltje’ (dat eigenlijk het verbindingslusje tussen 2 steken is) dat er net onder zit. Dat maakt de verbinding steviger en het vermindert het risico dat het teveel uitrekt bij het opspannen van je werk.


Recht omhoog minderen

Als je recht omhoog mindert, krijg je een soort ‘getrapte’ rand aan je werk. Bij veel patronen zie je dat daar later bij de afwerking, door het om te haken, schuine randen van worden gemaakt, maar dat hangt er natuurlijk vanaf wat je maakt. Direct schuin afwerken laat ik verder op de pagina zien.

Aan het eind van een toer

Mindering recht omhoog aan het eind
Mindering recht omhoog aan het eind

Dit is wel de meest simpele manier om hokjes te minderen! Als je bijvoorbeeld 2 hokjes aan je eind van je toer moet minderen, eindig je simpelweg met je laatste dubbele stokje net voor de laatste 2 hokjes, en je keert je werk en begint met de volgende toer. Dit kan gewoon weer een recht hokje zijn, zoals in het plaatje, maar het kan ook een schuine mindering zijn zoals ik verderop laat zien.


Aan het begin van een toer

Mindering recht omhoog aan het begin
Mindering recht omhoog aan het begin

Als je met een toer bent geëindigd, en je moet bijvoorbeeld de eerste 2 hokjes overslaan, dan heb je 2 opties. De eerste optie is om je draad af te knippen, je werk te keren en dan je draad weer aan te hechten op de plek waar je verder wilt gaan. Als je je draad niet wilt afknippen, dan moet je, liefst zo onzichtbaar mogelijk, toewerken naar de plek waar je weer verder wilt gaan. Dit doe je door gebruik te maken van halve vasten.


Insteken voor eerste halve vaste
Insteken voor eerste halve vaste

Keer je werk aan het eind van je (voorgaande) toer, en maak direct een halve vaste in de eerste steek, dus boven het laatste dubbele stokje van de voorgaande toer.


Insteken halve vaste in losse
Insteken halve vaste in losse

Maak vervolgens een halve vaste in de volgende 3 lossen. Ik steek daarbij niet alleen in het bovenste lusje van de losse in, maar ik neem ook het bobbeltje daaronder mee. Ik laat dat ook duidelijk in de video zien. Het mag natuurlijk wel alleen in het bovenste lusje als je dat fijner of mooier vindt.


Maak nog een halve vaste in het volgende dubbele stokje. Eindig daar altijd mee. Je kunt nu weer verder gaan met de rest van je patroon als je dat wilt. Dus je zou nu weer kunnen beginnen met 7 lossen maken. Je hebt dan 1 hokje geminderd. Wil je meer hokjes minderen, maak dan weer halve vasten in de volgende 3 lossen en het volgende dubbele stokje. Herhaal dit totdat je bent aangekomen op de gewenste plek.


1 Hokje schuin minderen over 1 toer

1 Hokje schuin minderen
1 Hokje schuin minderen
1 Hokje schuin minderen (gespiegeld)
1 Hokje schuin minderen (gespiegeld)

Als je een schuin randje wilt hebben, en je wilt dat niet pas achteraf doen bij het omhaken van je werk, dan kan dat ook. Je ziet vaak dat alleen recht omhoog gaande minderingen worden gemaakt, en dat pas bij de afwerking van een stuk een extra rand eromheen wordt gehaakt waarbij de rechte openingen door lossen schuin worden overbrugt.


Aan het begin van een toer

Als je een schuine mindering aan het begin van een toer wilt maken, dan hoef je na het keren van je werk slechts 5 lossen te maken en je eerste dubbele stokje te maken in het eerstvolgende dubbele stokje van de vorige toer.


Aan het eind van een toer

Dubbel stokje, niet afgemaakt
Dubbel stokje, niet afgemaakt

Aan het eind van je toer moet je even opletten. Je gaat nu 2 steken samenhaken! Je begint met een dubbel stokje, maar die maak je niet helemaal af: zodra je 2 steken op je naald hebt staan stop je.


Driedubbel stokje, niet afgemaakt
Driedubbel stokje, niet afgemaakt
Mindering klaar
Mindering klaar

Daarna begin je een driedubbel stokje te maken. Dit driedubbele stokje maak je trouwens gewoon op de plek waar je anders een dubbel stokje had gemaakt, dus je slaat 3 lossen over van de vorige toer en steek in de 4e steek in.  Maak nu het driedubbele stokje, maar maak hem nog niet helemaal af. Als je 3 lussen op je haaknaald hebt, dan maak je nog een omslag en haalt die door al de 3 lussen heen.


1 Hokje schuin minderen verdeeld over 2 toeren

Ik had de behoefte, bij de armsgaten en bij de neklijn van een vestje, om iets steiler omhoog te gaan dan bij een schuine mindering van 1 hokje over 1 toer. Eigenlijk wilde ik 1 hokje minderen, maar dan gelijk verdeeld over 2 toeren. En ook dat kan. Je mindering moet dan ook in 2 stappen worden gemaakt.

Aan het eind van een toer en terug

Schuine mindering aan eind en begin
Schuine mindering aan eind en begin

Als je deze mindering start aan het eind van je toer, dan moet je de 2e stap van de mindering maken nadat je werk is gekeerd.


Basis verlengen
Basis verlengen

Aan het eind van de heengaande toer maak je een dubbel stokje in het voorlaatste dubbele stokje van de voorgaande toer. Daarna maak je 1 losse. Vervolgens maak je weer een dubbel stokje op de plek waar je anders ook een dubbel stokje had gemaakt. Maar dit dubbele stokje moet je een klein beetje verlengen. Hij loopt schuin, dus moet hij natuurlijk ook een beetje langer zijn. Ik heb dat in de patroontekening nog even gemarkeerd met *!. Je maakt het dubbele stokje langer door de basis te verlengen. Als je in de 4e losse van de voorgaande toer hebt ingestoken, dan maak je een omslag, je haalt die door en je haalt de lus dan voorzichtig een klein beetje verder omhoog. Dit hoeft echt niet veel te zijn!


Vergelijk de basis
Vergelijk de basis

Maak daarna je steek gewoon verder af. Kijk even naar je steek of je de beginlus niet te lang hebt gemaakt. Dat kan je, nu de steek af is, het best beoordelen. En maak hem overnieuw als het resultaat je niet bevalt 🙂 .


Keer nu je werk. Je maakt nu de 2e deel van de mindering aan het begin van deze toer door 4 lossen te maken. Het eerste dubbele stokje maak je in het eerstvolgende dubbele stokje van de voorgaande toer. Je mindering is nu afgerond.


Aan het begin van een toer en terug

Schuine mindering aan begin en eind
Schuine mindering aan begin en eind

Als je deze mindering start aan het begin van je toer, dan moet je de 2e stap van de mindering maken aan het eind van je volgende toer.


Je begint met het maken van 5 lossen. Dat lijkt natuurlijk hetzelfde als het minderen van 1 hokje over 1 toer, maar straks in de teruggaande toer krijgt de vorm van dit hokje zijn vorm. Je eerste dubbele stokje maak je in het eerstvolgende dubbele stokje van de vorige toer.

Maak de toer af, keer je werk, en ga door tot je bij het laatste dubbele stokje van de vorige toer bent gekomen. Hier ga je, net als bij het schuin minderen van 1 hokje over 1 toer, twee steken samenhaken. Je begint met een dubbel stokje in het laatste dubbele stokje van de vorige toer, maar je maakt hem niet af, je stopt zodra je nog 2 lussen op je naald hebt staan. Vervolgens ga je nog een dubbel stokje haken. Dit wordt weer een iets langer dubbel stokje, die je aan de basis verlengt zoals ik hiervoor heb laten zien. Ook deze maak je niet helemaal af, je gaat door tot je uiteindelijk 3 lussen op je naald hebt staan, en dan maak je de steek af door nog een omslag te maken en deze door de 3 lussen te halen.

De plek waar je dit 2e dubbele stokje insteekt, is een beetje afhankelijk van je hand van werken! Zoals het op de patroontekening staat, steek je in in de 2e losse van de 5 beginlossen van de vorige toer. Dus je slaat 1 losse over en steekt in in de 2e. Op deze manier krijgt het onderste hokje ook zijn vorm en ziet hij er anders uit dan de schuine meerdering over 1 toer. Maar je kan ook 2 lossen overslaan en in de 3e losse insteken. Dit heeft als gevolg dat het bovenste ‘halve’ hokje van deze mindering iets meer open wordt. Maar het hangt ook een beetje af van hoe los of strak je je lossen maakt. Door het verlengen van de basis van het 2e dubbele stokje, kan je spelen met de lengte daarvan. Als je besluit in te steken in de 3e losse, zal je de basis ook iets meer moeten verlengen dan wanneer je insteekt in de 2e losse. Probeer het zelf even uit wat voor jou het beste werkt. Bedenk ook dat, als je bij de afwerking van je werkstuk er nog een randje omheen haakt, dat je de rand dan ook wat verfraait. Het wordt dan hoe dan ook vaak wel netter. Dus kijk even wat je voorkeur heeft.

De links naar de video’s

Ik hoop dat dit weer een duidelijk uitleg was! Als je het allemaal ook nog eens op video wilt zien, dan volgen hier de links! Veel plezier met het toepassen van het geleerde!

Video over de basis:

Video over recht omhoog minderen:

Video over 1 hokje schuin minderen over 1 toer:

Video over 1 hokje schuin minderen verdeeld over 2 toeren: